De betekenis van symbolen, woorden, termen, begrippen, verhalen, algoritmen, systemen, enz. is namelijk nooit los te maken van de specifieke ‘spelsituatie’ (taalspel & levensvorm) is Wittgenstein’s ultieme boodschap. Stap je uit dat ‘spel’, met andere woorden klim je over die schutting heen, dan mag je niet meer spreken van algemene (universele) geldigheid van je spelregels. Je bent je houvast -je ladder- kwijt. Non-contextualisme: waar context ontbreekt -niet is- is taal zonder betekenis en ‘spel’ zonder regels. Zin-loos. Daar, concludeert Wittgenstein, houdt taal gewoon op. Dus is zelfs ‘het daarover hebben‘ binnen jouw taalspel (spelsituatie) een zinloze bezigheid. Dan maar zwijgen dus (6.54). En zonder die taal ook geen (spel)regels.
Mijns inziens is dat de essentie van Wittgenstein’s idee. En duidelijk weer gegeven in stelling 6.54 (niet in zijn veelvuldig geciteerde stelling 7). Het is een boodschap met een impliciete waarschuwing: pas op, we betreden nú een gebied waar onze vertrouwde, logisch afgeleide spelregels niet meer geldig zijn!
Precies dit dilemma speelt -ongeveer terzelfder tijd- óók de grote pioniers in de quantummechanica en relativiteitstheorie (Einstein, Planck, Bohr, Heisenberg, Schrödinger e.a., Solvay 1927) parten. En dat lijkt mij bepaald geen toeval.
De tijdgenoten Wittgenstein (promotors, collega’s, leden van de Wiener Kreis, etc.) wisten zich met zijn boodschap eigenlijk ook geen raad. Wat hij hen ook toen al lijkt voor te houden, is dat wij ‘beschaafde’ westerlingen ons misschien op basis van een deterministisch georiënteerde wetenschap -materialisme, een speerpunt van de Wiener Kreis– een te ruime broek aanmeten. En dat gevoel lijkt nu -mede dankzij het fabelachtige succes van hedendaagse technologische ontwikkelingen- steeds sterker te worden.
Gaat de moderne technologie onze problemen oplossen? Is onze Natuur werkelijk beheersbaar? Gaan we (ooit) een verklaring vinden voor wat ‘Leven’ is? Of leven creëren ? Gaan wij écht een ‘Theorie van Alles’ uitvinden?
Écht? Laten we bescheiden blijven! Er is een grens die wíj als mensen nóóit zullen en kúnnen overschrijden (cf. Planck).
2. Science in de 21e eeuw: moderne natuurkunde en de kosmologie ..
In zijn boek ‘Het ontstaan van de tijd’ – 2023) beschrijft de Vlaamse kosmoloog Thomas Hertog een soortgelijk dilemma. Hun zoektocht naar een Theorie van Alles leverde Hawking en Hertog tal van paradoxale inzichten (binnenste buiten gekeerde laboratorium wetenschap, geen-grens hypothese, Anti de Sitter ruimte) die -althans bij mij- onmiddellijk associaties opriepen met die hele rij hierboven genoemde filosofen. En met mijn eigen werk sinds 1972. Ook hier weer die rode draad:
Dé Werkelijkheid is niet in een model – een Theorie van Alles- te vatten.
Noot (1) Wat Wittgenstein middels taal aanvoelt, laat de wiskundige Kurt Gödel met getallen zien. Niet veel later (1931) zal Gödel een formeel bewijs publiceren waarin hij aantoont dat bínnen een formeel logisch systeem (als de Principia Mathematica van W&R en soortgelijke) geen absolute zekerheid te verkrijgen is. Een axiomatisch stelsel is -aldus Gödel- in fundament onvolledig omdat binnen zo’n stelsel de bewijsmethoden tekort schieten (onvolledigheidsstelling)
Noot (2) cf. Philosophische Untersuchungen